Peter Murphy 40 years of Bauhaus celebration featuring David J
15 augustus 2018
Amougies/Kluisbergen/Belgium
Op de WFest festivalweide – Doors: 20u
ONLY 2000 seats
Presale 12.03.2018, 09am
Beperkte ticket verkoop! Slechts 2000 tickets beschikbaar!
De eerste 1.000 tickethouders ontvangen een unieke WFest ’40 jaar Bauhaus’ T-shirt
Don’t miss this once in a lifetime concert
MORE INFO HERE
BOOK YOUR TICKETS HERE
HET BAUHAUS verhaal (Didier Becu, Luminous Dash)
Het is nog altijd verbazingwekkend hoeveel bands er in Engeland aan het eind van de jaren ‘70 voor een muzikale revolutie zorgden, bands die het geluid van de muziekgeschiedenis voor eeuwig zouden veranderen. In Manchester had je Joy Division, in Londen was er bijvoorbeeld The Clash of Siouxsie And The Bansheess en in Northampton had je Bauhaus.
Een stad met ruim 200.000 inwoners, maar als je Fountains Of Wayne eventjes vergeet, dan is Bauhaus eigenlijk zo wat de enige band met naam die deze stad heeft voortgebracht. Maar wat voor één! Eén van de eerste gothrockbands, en voor velen zelfs de uitvinders van het genre tout court.
Zanger Peter Murphy, gitarist Daniel Ash, bassist David J en drummer Kevin Haskins dweepten met de Duitse kunstschool Bauhaus waar Paul Klee les gaf en besloten dat Bauhaus 1919 de ideale naam was om door het leven te gaan. Trouwens, het lettertype van hun bandnaam is dezelfde als die van de wereldberoemde school in Dessau, maar in minder dan één jaar tijd lieten ze de cijfers vallen.
Bauhaus bleef vijf jaar bij elkaar, om weliswaar in 1998 terug met elkaar te gaan touren. De band had vanaf het begin onmiddellijk door dat ze een uniek geluid hadden (In The Flat Field was één van de eerste songs die ze schreven) en ze wilden net zoals iedere band zo vlug mogelijk een platencontract in de wacht slepen. Amper zes weken na de oprichting en een handvol concerten, nam Bauhaus een demo op. Ze werden opgemerkt door het kleine label Small Wonder Records dat gestart was vanuit een platenwinkel die ook The Cure zijn eerste kans gaf! Een vinyl (in het wit en op 5000 exemplaren) met daarop meteen twee klassiekers : Bela Lugosi’s Dead en het fantastische Dark Entries. Het begin van een zeg maar revolutionair geluid dat later door talrijke gothbands zou gekopieerd worden.
Zoals het destijds wel vaker gebeurde, was het John Peel die de bal deed rollen. Na een zeer positieve review in de Sounds (samen met de NME en de Melody Maker de drie muziekkranten die bands deden groeien en vallen), nodigde de beroemde BBC-dj Bauhaus uit voor een Peel Session. Eén die meteen werd opgemerkt door Ivo Watts-Russel die hun wilde vastleggen voor zijn label 4AD (toen nog Axis genaamd) dat toen nog in haar kinderschoenen stond. Dark Entries was dan ook de allereerste release voor het legendarische 4AD-label en volgens goth-messias Mick Mercier één van de beste gothrocksongs aller tijden.
Er verscheen nog een single Terror Couple Kill The Colonel, wat een aanloop was voor de eerste Bauhaus-lp : In The Flat Field. Het was een geluid waar journalisten niet mee konden omspringen, en zoals vaak gebeurt: de plaat werd gekraakt door de pers. Toch onthouden we uit de negatieve reviews vooral het feit dat critici hadden opgemerkt dat de band graag met glamrock flirt. Dat bleek gauw waar te zijn, want de volgende single werd een cover van de glamrock par excellence : Telegram Sam van T. Rex.
Ondanks de lauwe woorden van de traditionele pers vond Bauhaus het hart van de muziekfan via de fanzines, die wel wat zagen in de vernieuwende geluiden van de band. 4AD bleek gauw te klein voor Bauhaus, en de band verhuisde naar het veel grotere Beggars Banquet wat het moederlabel van 4AD was.
De eerste singles op dit label waren Kick In The Eye en The Passion Of Lovers, ideaal als opwarmer voor hun tweede album Mask, één van de albums met de mooiste covers (één die trouwens werd getekend door Daniel Ash). Nieuw was dat voor het eerst keyboards te horen waren in het Bauhaus-geluid, en niet minder belangrijk: de alsmaar groeiende interesse vanuit het buitenland, en dan vooral Amerika.
Vreemd genoeg zou de grootste hit van Bauhaus een cover worden: Ziggy Stardust van David Bowie waarmee ze op Top Of The Pops geraakten. David Bowie en Bauhaus waren altijd wel met elkaar verbonden, want na het uitbrengen van de derde lp (The Sky’s Gone Out) kon je in de eerste vier minuten van The Hunger (een erotische vampierenfilm met Catherine Deneuve en Bowie in de hoofdrollen) Bauhaus een versie van Bela Lugosi’s Dead zien vertolken.
Maar dan ging het bergaf. Nog voor de vierde plaat Burning From The Inside uitkwam met daarop de hit She’s In Parties, vertelde de band in 1983 in een uitverkocht Hammersmith Palais dat het afgelopen was.
Het zou exact vijftien jaar duren vooraleer de band terug zou komen met een reuniëtour. De bandleden bleven nog wel betrokken in de muziekscène, maar evenaarden daarmee nooit het Bauhaus-succes. Geen enkele soloplaat van Murphy verkocht degelijk en ook het project met Mick Karn van Japan (Dalis Car) werd nauwelijks opgemerkt. Bassist David J zat bij The Jazz Butcher, één van de eerste bands op Creation Records, maar ook weer zo’n band die nooit de vroegere fans kon bekoren. Kevin Haskins en Daniel Ash bleven bij elkaar met Tones On Tail wat later uitmondde in Love And Rockets, een band die het vooral goed deed in Amerika en met So Alive een superhit in de wacht sleepte.
In 1998 was er de Resurrection-tour, dewelke hun op 3 november van dat jaar ook naar de Brielpoort in Deinze bracht en volgens velen één van de beste concerten in België was. Jawel! Er verscheen een live-album van deze tour, maar daarna viel het weer een paar jaar stil.
Vanaf 2005 speelde de band wederom wat shows, maar de meeste daarvan waren op Amerikaanse bodem, waaronder een heleboel shows met Nine Inch Nails.
Geheel onverwacht bracht de band drie jaar later hun vijfde (en laatste) album uit: Go Away White. De plaat die naar eigen zeggen zeer spontaan werd opgenomen kreeg uiteenlopende kritieken, en tot ieders verbazing kondigde de gothrockband net na het verschijnen ervan aan dat Bauhaus (alweer) afgelopen was… Maar never say never, want na de Stripped-tour waarin Peter Murphy de Bauhaus-songs in een semi-akoestische versie bracht, is de legende er weer.